gen
een deel van een chromosoom dat de informatie bevat voor een of meer erfelijke eigenschappen of een deel van een erfelijke eigenschap
intermediair
fenotype waarbij beide allelen van een als mengvorm tot uiting komen
X-chromosoom
geslachtschromosoom, grootste van de geslachtschromosomen
DNA-sequentie
specifieke volgorde van de stikstofbasen
kruisingsvraagstuk
een vraagstuk over de overerving van eigenschappen bij een kruising tussen twee organismen, waarbij de uitkomst kan bestaan uit een verhouding tussen fenotypen of genotypen of de kans op een bepaald fenotype of genotype
aangeboren afwijking
aandoening of ziekte die in de baarmoeder ontstaat
letale factor
allel dat in homozygote toestand geen levensvatbare cel of individu oplevert
genotype
de informatie voor alle erfelijke eigenschappen van een individu
allel
verschillende varianten van een gen voor een bepaalde eigenschap in homologe chromosomen
homologe chromosomen
chromosomen van een paar die gelijk van vorm en lengte zijn
epigenetica
wetenschap die het mechanisme bestudeert dat allelen aan- en uitzet en de invloed van milieufactoren hierop zonder dat de DNA-sequentie van het gen wordt gewijzigd
monohybride kruising
kruising waarbij je let op de overerving van één eigenschap waarbij slechts één genenpaar betrokken is
heterozygoot
het genenpaar voor een eigenschap bestaat uit twee ongelijke allelen
genetische variatie
verscheidenheid in genotypen binnen een soort
X-chromosomaal
genen die alleen in het X-chromosoom voorkomen
recessief allel
allel dat alleen tot uiting komt in het fenotype als er geen dominant gen aanwezig is
genetica
erfelijkheidsleer
erfelijke ziekte
aandoening die genetisch via de ouders wordt doorgegeven
karyogram
rangschikking van chromosomen naar grootte en in paren in een cel, ook wel karyotype of chromosomenportret
recombinatie
ontstaan van genetische variatie (nieuwe combinaties van allelen) door meiose en geslachtelijke voortplanting
fenotype
alle waarneembare eigenschappen van een individu
mitochondriaal DNA
DNA dat in mitochondriën zit en alleen via eicellen overerft naar een volgende generatie
onafhankelijke overerving
overerving waarbij de twee genenparen in verschillende chromosomenparen liggen
inactivatie
als genen uitstaan en erfelijke eigenschappen niet tot uiting komen
autosomen
chromosomen die chromosomenparen vormen, dus geen geslachtschromosomen
gekoppelde genen
genen die in hetzelfde chromosomenpaar liggen
Y-chromosoom
geslachtschromosoom, kleinste van de geslachtschromosomen, alleen bij mannen aanwezig
modificatie
verandering van het fenotype
kruisingsschema
een schematisch overzicht van een kruising tussen twee organismen, waarin de allelen van de eicellen en zaadcellen en de mogelijke genotypen van de nakomelingen staan
homozygoot
het genenpaar voor een eigenschap bestaat uit twee gelijke allelen
geslachtschromosomen
chromosomen die het geslacht bepalen; bij een vrouw gelijk in lengte en vorm en bij een man ongelijk in lengte en vorm
codominantie
fenotype waarbij beide allelen volledig tot uiting komen
nature-nurturediscussie
discussie over de mate van invloed van genotype (nature) en milieu (nurture) op een organisme
chromosomenportret
rangschikking van chromosomen naar grootte en in paren in een cel, ook wel karyogram of karyotype
testkruising
kruising waarbij je uit de F1 kunt afleiden of een individu homozygoot of heterozygoot is voor een bepaalde eigenschap, je kruist hiervoor een individu met een homozygoot recessief individu
genexpressie
het aanzetten en tot uiting komen van erfelijke eigenschappen
karyotype
rangschikking van chromosomen naar grootte en in paren in een cel, ook wel karyogram of chromosomenportret
basenparing
vaste stikstofbasen van de twee DNA-ketens zijn met elkaar verbonden: adenine is met thymine en cystosine met guanine
dominant allel
allel dat altijd tot uiting komt in het fenotype
multipele allelen
voor één erfelijke eigenschap bestaan drie of meer verschillende allelen
genoom
alle DNA-moleculen in een cel
nucleotiden
bouwstenen van DNA: een fosfaatgroep, desoxyribose en een stikstofbase
onvolledig dominant allel
recessieve allel komt beetje tot uiting in het fenotype bij een heterozygoot organisme
gekoppelde overerving
overerving waarbij de twee genenparen in hetzelfde chromosomenpaar liggen
stamboom
een schematische weergave van erfelijke familiegegevens
genenpaar
in lichaamscellen komen genen in paren voor
milieufactoren
factoren vanuit de omgeving die het fenotype beïnvloeden, bijvoorbeeld licht, temperatuur en opvoeding
locus
plaats van een gen in het chromosoom
draagster
een vrouw die heterozygoot is voor een X-chromosomale recessieve eigenschap